Kinderen worden het vaakst getroffen door selectief mutisme, een sociale angstziekte waardoor ze niet in het openbaar of op school kunnen spreken, ook al zijn ze daar anders wel toe in staat. Selectief mutisme kan sociale en academische problemen veroorzaken, maar veel kinderen met dit syndroom kunnen met steun en vroegtijdig ingrijpen leren hun zorgen te overwinnen en succesvol met anderen om te gaan.
Selectief mutisme is geen keuze of gedragsprobleem, maar eerder een uiting van ernstige angst en vrees. Het kan het vermogen van een persoon om te functioneren in sociale en academische omgevingen aanzienlijk beïnvloeden, en kan leiden tot sociaal isolement, academische problemen en een laag gevoel van eigenwaarde als het niet wordt behandeld.
Als u denkt dat uw kind kampt met selectief mutisme, let dan op de volgende symptomen:
Uiting van een verlangen om te spreken dat wordt tegengehouden door angst, vrees of verlegenheid.
Draaien, vermijden van oogcontact, gebrek aan beweging of gebrek aan expressie in gevreesde situaties.
Onvermogen om te spreken op school en in andere specifieke sociale situaties
Gebruik van non-verbale communicatie om behoeften uit te drukken (bijv. hoofdknikken, wijzen)
Verlegenheid, angst voor mensen en tegenzin om te spreken tussen 2 en 4 jaar oud
Gemakkelijk praten in bepaalde situaties (bv. thuis of met vertrouwde mensen), maar niet in andere (bv. op school of met onbekende mensen).
Hoewel deze gedragingen zelfbeschermend zijn, kunnen andere kinderen en volwassenen ze vaak opvatten als opzettelijk en uitdagend.
Maggie Johnson, author of "Understanding Selective Mutism: A Guidebook for Teachers, Counselors, and Parents